Er zijn nogal wat trainingen op het gebied van (project-)leiderschap. En dan bedoel ik niet de basisopleidingen waarin de technieken van projectmatig werken worden behandeld (zoals het maken van een projectplan of projectplanning) maar trainingen op gebied van soft skills: teamvorming, motivatie van je medewerkers, leiderschapsstijlen, technieken voor beïnvloeding, effectief politiek bedrijven en dergelijke. Leiderschap blijft een lastig onderwerp en in de wetenschap is er geen enkele consensus over welk model van leiderschap dan ook (Quinn, Situationeel leiderschap, Covey, enzovoort) . Dus als je een cursus situationeel leidinggeven doet, kan je je afvragen of het wel ergens op slaat. Anderzijds kan je het ook zo zien: als het werkt, dan werkt het. Net als homeopathie, wetenschappelijk niet bewezen, maar het werkt wel (bij de meeste mensen).
Knappe secretaresses en grote auto’s
Een heel andere kijkwijze op leiderschap is te vinden vanuit de evolutiepsychologie. Bram Buunk beschrijft wat onze oerdriften doen in de werkomgeving. Toen ik jaren geleden voor een grote organisatie werkte, viel het me al op dat hoe ‘hoger’ ik in de organisatie kwam, hoe ‘knapper’ de secretaresses waren (dat het alleen vrouwen waren, viel me al helemaal niet meer op).
Toen ik aan een vriend vroeg waarom hij toch weer zo’n grote auto had gekocht, terwijl hij zich ook zorgen maakt over de eindige aardolievoorraden, zei hij dat hij anders geen invloed had op zijn jongere medewerkers. “Nu doen ze een hoop voor me omdat zij zich zo’n BMW niet kunnen veroorloven.” Het heeft niets met kennis of vaardigheden te maken. Kennelijk leven we nog meer op de apenrots, dan we zouden willen toegeven. Toen Tony Soprano in de maffiaserie aan zijn therapeut verklaarde dat hij toch een soort CEO was, had hij dan toch een punt (alhoewel de meeste CEO’s zichzelf waarschijnlijk als ‘nette mensen’ zullen beschouwen).
Leider worden
Dus wat te doen als je leidinggevende wil worden? Misschien is leiderschap vooral weggelegd voor diegenen met een hoog testosteron gehalte. En het gaat meer om dominantie dan om inhoudelijke kennis op welk gebied dan ook.
Dus welke cursus? Als we Bram Buunk mogen geloven dan is het beoefenen van vechtsport waarschijnlijk een kortere route naar de top, dan welke cursus leidinggeven dan ook.
Man / Vrouw, we zijn er nog niet uit
Alhoewel Bram Buunk suggereert dat de inzichten in zijn boek allemaal nieuw ontstaan zijn uit de snelle ontwikkeling die de wetenschap nu doormaakt. Toch lijkt een groot deel van zijn betoog een herhaling van zetten. Wie bijvoorbeeld De Naakte Aap van Desmond Morris leest (een boek uit 1967!) komt vrijwel dezelfde punten tegen die Buunk aanvoert, alleen wat minder op onze werksituatie toegespitst. Buunk is bovendien wat selectief in het uitkiezen van onderzoeksresultaten, waarin hij de situatie tussen mannen en vrouwen verklaart. Bijvoorbeeld dat mannen op knappe vrouwen vallen maar vrouwen uiterlijk niet zo belangrijk vinden. Uit later onderzoek bij speed dating bijeenkomsten bleek dat vrouwen wel zeggen dat ze uiterlijk niet zo belangrijk vinden, maar dat ze in de praktijk wel altijd voor knappe mannen kiezen. Kwestie van opvoeding, cultuur, mores en niet van hormonen dus. Dus de theorie dat vrouwen voor machtige mannen (ook lelijke) vallen valt wel het een ander op af te dingen.
Ander voorbeeld: Buunk voert in zijn boek de theorie aan dat het voor vrouwen niet zinvol is jongere mannen (als partner) te kiezen, omdat ze toch zelf hun vruchtbaarheid verliezen op een bepaalde leeftijd. Maar voor mannen, al dan niet met midlife crisis, ligt dat natuurlijk anders…Wie echter kijkt naar de leeftijd van rijke en machtige vrouwen als Oprah Winfrey, Madonna, Ivanna Trump of Tina Turner moet toch concluderen dat de theorie wellicht zou moeten luiden dat macht en/of geld een jongere partner mogelijk maakt ongeacht het geslacht. Meestal, in de maatschappij waar we nu in leven, zijn het de mannen die geld of macht hebben, maar bovengenoemde voorbeelden geven aan dat het ook anders kan zijn. Het komt alleen minder vaak voor.
Concluderend
Wie ben ik om een akademiehoogleraar van de KNAW tegen te spreken? Toch zie ik (te) veel onderzoeksresultaten die veel stellingen van Buunk in het boek tegenspreken. Het maakt met name het hele verhaal over vrouwen en de reden van weinig vrouwen in leidinggevende posities wat minder geloofwaardig. Misschien gaat het helemaal niet om testosteron maar gewoon om (de zittende) macht?
Oerdriften op de werkvloer is een leuk boek met een soms verfrissende kijk op organisaties. Maar veel punten blijven eenzijdig belicht. Wie deze materie interessant vindt zou naast het boek van Buunk ook bijvoorbeeld dit boek kunnen lezen. Het zou me niet verbazen als we over een paar jaar weer allemaal tot de conclusie komen dat het toch meer nurture is dan nature.
Auteur: Wouter Baars